Van koffiehuis naar grand café

Rond 1900 ondergingen veel koffiehuizen een transformatie naar grand café. Deze waren veelal ingericht in de Jugendstil of Art Deco-stijl. In Amsterdam vind je nog steeds aan aantal van dit soort grand cafés. Er kwamen ook speciale ‘bierhallen’. Dit soort zaken waren meestal erg groot met veel spiegels en marmer. Vaak verkochten ze hier ook een lichter bier, het ons welbekende pilsje. Dit bier kwam uit het Boheemse stadje Pilsen. Het maakte echter geen einde aan de scheiding tussen de verschillende bevolkingsklassen. Sterker nog, het werd alleen maar erger. De kroeg was voor het volk en de middenklasse vermaakte zich in een chique grand café.

De naam op de ruit geschilderd

De bruine kroeg herkende je vaak aan de naam die op het raam was geschilderd. Meestal werd dit in een speciaal lettertype gedaan. De freelancer Jan Willem Visser heeft in de jaren vijftig voor Amstel Bier talloze ramen gekalligrafeerd. Later werd dit gedaan door de letterschilder van Heineken, namelijk Leo Beukeboom. In 2012 waren er nog bij 20 cafés in Nederland deze ramen met dit speciale geschilderde lettertype te zien.

Bruine en witte cafés

In de jaren 80 kwamen er ook de zogenaamde ‘witte cafés’. Dit waren de tegenhangers van de bruine kroeg. De witte cafés waren niet zoals de bruine cafés donker ingericht met kleedjes en donkere gordijnen, maar hadden juist een licht interieur. Dergelijke cafés werden vaak modern en strak ingericht.

Horeca voor iedereen

Er kwam niet alleen een verschuiving in de inrichting, maar ook wat betreft het publiek. De bruine kroeg was niet alleen maar voor het volk maar voor iedereen, net zoals het grand café. Het café April in Amsterdam was een modern café wat ook de homohoreca openlijk en toegankelijk maakte. Voorheen waren dit soort gelegenheden verborgen en gesloten voor buitenstaanders.